De verkoopprijs van bestaande woningen ligt in Amsterdam het verst boven de vraagprijs. Woningkopers betalen hier in doorsnee bijna 5 procent meer dan de vraagprijs.

Dat blijkt uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Kadaster naar spanning op de koopwoningmarkt.

In 2017 waren er vijftien gemeenten waar verkopers in doorsnee minstens de vraagprijs kregen voor hun huis. Van de twintig gemeenten met het grootste verschil tussen de verkooprijs en de vraagprijs liggen er twaalf in Noord-Holland.

Er wordt in relatie tot de vraagprijs de laatste jaren steeds meer voor bestaande woningen betaald in Nederland. In april 2014 lag de mediane verkoopprijs (de middelste waarneming, dus 50 procent eronder en 50 procent erboven) nog 5,5 procent onder de vraagprijs. Halverwege 2018 ligt die bijna op de vraagprijs.

In deze gemeenten betaalden huizenkopers vorig jaar in doorsnee méér dan de vraagprijs:

 

LEES OOK: 14 redenen waarom het leven in Almere beter is dan in Amsterdam – en 2 (kleine) nadelen

Gemiddelde verkooptijd neemt af

In alle provincies worden koopwoningen in 2018 minder lang aangeboden dan in 2014. De periode tussen het voor het eerst te koop aanbieden van het huis en de registratie van de overdracht bij het Kadaster is het kortst in Noord-Holland: gemiddeld twee maanden. In 2014 ging het nog om acht maanden.

De afname van de aanbodtijd tussen 2014 en 2018 is met zeven maanden het sterkst in de provincie Flevoland en het minst sterk in de provincie Groningen (twee maanden).

LEES OOK: In deze 8 provincies zijn de huizenprijzen nog NIET terug op het piekniveau van 2008